Konica Minolta verkoopt cameratak aan Sony
Januari 2006
Konica Minolta heeft zich teruggetrokken uit de fotografie in 2006. De fabrikant verkoopt zijn cameralijn aan Sony, waarmee het al een samenwerkingverband had. Sony heeft de ontwikkeling van SLR's voor Konica Minolta's Dynax-lensmount voortgezet, en hoewel Konica Minolta als toeleverancier bij die ontwikkeling betrokken zal blijven, is het merk van de markt verdwenen.
Met deze overname hoopt Sony definitief voet aan de grond te krijgen in de high-endfotografiemarkt, waarop momenteel door Canon en Nikon de dienst wordt uitgemaakt. Konica Minolta daarentegen meldde dat het niet meer in staat was om 'ondanks toonaangevende technologie' concurrerend op te treden; hoewel het bedrijf een grote naam opbouwde met analoge camera's, wist men nooit dezelfde positie op de markt voor digitale fotografie te bereiken.
Sony Alpha DSLR-A100 geïntroduceerd
6 Juni 2006.
Bijna 5 maanden na de overname van de cameratak van Konica Minolta heeft Sony de Alpha DSLR-A100 aangekondigd. Hoewel de camera flink wat overeenkomsten heeft met de Konica Minolta Dynax 5D heeft Sony toch heel wat veranderingen aangebracht. De grootste verandering is de sensor: op de plek van de 6 megapixel CCD-sensor in de 5D zit nu een 10 megapixel CCD-sensor. Deze sensor is naar alle waarschijnlijkheid gelijk aan de sensor die ook in de Nikon D200 zit. Het Anti-Shake-systeem, nu Super SteadyShot genaamd, is verbeterd en zou volgens Sony sluitertijden mogelijk maken die 3,5 stops lager liggen. Verder is de CCD uitgerust met een antistatische coating en wordt de sensor snel heen en weer geschud als de camera wordt uitgezet om stof op de sensor te voorkomen, vergelijkbaar met het Supersonic Wave Filter in DSLR's van Olympus. Verder gebruikt Sony een nieuwe processor, Bionz gedoopt, met Dynamic Range Optimization, een optie om het dynamische bereik te vergroten bij gevoeligheden van ISO100 tot en met ISO400. De belichtingsmeter is ook vernieuwd: in plaats van de 14-segments meter in de Dynax 5D en 7D, wordt er nu een meter met 40 segmenten gebruikt.
Lenspatent suggereert rentree Konica Minolta in fotografiemarkt
Uit een onlangs toegewezen Japans patent voor een objectief zou blijken dat Konica-Minolta zich weer gaat bezighouden met verwisselbare cameralenzen. Het patent beschrijft een 43mm-m4/3-lens met een grootste diafragma van f/1,4.
Konica Minolta verkocht in januari 2006 zijn verlieslijdende cameratak aan Sony. Sony verschafte zich daarmee toegang tot de markt voor spiegelreflexcamera's en bleef de A-mount van Konica Minolta ook in zijn eigen modellen gebruiken. Ondanks de terugtrekking uit de consumentenmarkt voor dslr's, bleef Konica Minolta actief als toeleverancier van onder meer zoomlenzen voor compactcamera's en camcorders, en van lensmodules voor smartphones.
Uit het onlangs op Egami gepubliceerde patent, ingediend op 16 februari 2011, zou nu echter blijken dat het bedrijf overweegt weer verwisselbare lenzen te maken. Het patent beschrijft een 43mm f/1,4-m4/3-lens. Vanwege de 2x-cropfactor van de beeldsensor in m4/3-camera's zou de effectieve brandpuntsafstand van het objectief uitkomen op 86mm in kleinbeeldformaat. Gecombineerd met de relatief hoge lichtsterkte van f/1,4 zou dit een lens zijn die is bedoeld voor onder meer portretfotografie, al moet voor het bepalen van de scherptediepte ook het grootste diafragma met twee vermenigvuldigd worden.
Het lensontwerp bestaat uit elf lenselementen, verdeeld over tien groepen, en er wordt gebruikgemaakt van twee floating lensgroepen voor de interne scherpstelling, waarbij het diafragma tussen deze twee lensgroepen geplaatst is. Konica Minolta-lenzen staan doorgaans hoog aangeschreven.




Maak jouw eigen website met JouwWeb